Hoe installeer ik een huisaansluiting op een Prefit inlaat?

Deze handleiding is van toepassing op een: 

• Huisaansluiting op een Prefit inlaat
• Knevelinlaat zonder zetting
• Ultra Kyma inlaat
• Betoninlaat

Gereedschap

• Kwast

Benodigdheden

• Zettingsmof
• Steekmof
• Flexibele zettingsbocht
• Glijmiddel

Tijdens het bouwrijp maken van de grond, worden de hoofdleidingen aangelegd op het terrein.  De hoofdleiding heeft op de juiste plekken inlaten nodig voor installatie van de huisaansluiting. Deze inlaten zijn aan te brengen op de bouwplaats. Het is ook mogelijk gebruik te maken van DYKA Prefit. Hierbij monteren we de prefit inlaten naar wens en op maat in onze fabriek.  Als je weet waar de huisaansluitingen moeten komen, scheelt dit veel werk op de bouwplaats!

Er zijn twee soorten afwerkingen mogelijk: 

Men plaatst een standpijp en werkt deze vervolgens ondergronds af. Deze afwerking wordt toegepast wanneer er nog veel verkeer overheen moet rijden tot het moment dat de aansluitingen gemaakt worden. De standpijp en inlaat krijgen hierdoor al te maken met belasting. Zeker na het bouwrijp maken, bestaat de kans dat dit zwaar verkeer is zoals hijskranen en vrachtwagens. We adviseren dan ook om in deze situatie de grond zoveel mogelijk te stabiliseren door middel van een geschikte toplaag of een afwerking met betonnen platen. Dat zorgt ervoor dat de druk verdeeld wordt. 

De standpijp wordt geplaatst en steekt bovengronds uit. Deze situatie doet zich voor wanneer er geen verkeer meer overheen hoeft te rijden. Deze afwerking is duidelijk zichtbaar boven de grond, zodat duidelijk is waar de aansluitingen moeten komen. 

In Nederland is het gebruikelijk om iedere inlaat te voorzien van een zettingsmof. Deze vangt de zetting op die ontstaat door het inklinken van de grond. Zeker bij zettingsgevoelige grond is dit noodzakelijk om schade aan de inlaat te voorkomen. Een zettingsmof is in PVC beschikbaar in een maximale opvang van 40 of 80mm. 

Smeer de rubberring in met glijmiddel. Monteer vervolgens de standpijp en bepaal de lengte zodat er nog voldoende gronddekking aanwezig is om de krachten op de standpijp te reduceren. Het is belangrijk dat deze standpijp niet aangeschuind is. Ga voor een bovengrondse afwerking door naar stap 5.

Tip: Schuin je de buis te ver aan, dan kan de buis voorbij de stootrand van het hulpstuk komen waardoor de luchtstroom wordt onderbroken en meer geluid kan creëren in je kanalensysteem. Schuin je de buis niet ver genoeg aan, dan is het monteren van de verbinding (stap 8) lastiger.

Voor de Prefit afsluitkap bij een ondergrondse afwerking is het van belang dat er eerst een steekmof wordt geplaatst. Smeer de rubberring in met glijmiddel.

Plaats de rode afsluitkap op de steekmof. Hierdoor is de standpijp snel herkenbaar bij het opgraven. Hierdoor voorkom je inlekken van grondwater. Zo wordt verstoring bij de eerste camera-inspectie door grondwater voorkomen. Ga voor de volgende stappen door naar stap 6.

Plaats de rode Prefit afsluitkap omgekeerd op de buis. Deze is duidelijk herkenbaar en verkleint de kans op schade. Een extra steekmof is voor een bovengrondsse afwerking niet nodig.

Graaf de standpijp vrij en haal de afsluitkap en eventueel de steekmof eraf. Controleer indien mogelijk vooraf of de geplaatste zettingsmof al is aangesproken.

Twijfel je of de zettingsmof al is aangeproken? Plaats dan  altijd een flexibele zettingsbocht. Hierdoor kan zetting na installatie goed worden opgevangen. Daarnaast geeft de flexibele mof ruimte, zodat de huisaansluiting waterdicht blijft. Smeer eerst de rubberring in met glijmiddel.

Bij een diepere ligging dan 2 meter, raden we aan altijd een flexibele zettingsbocht toe te passen. De grondweerstand op de standpijp kan ervoor zorgen dat de zettingsmof te laat wordt aangesproken. Hierdoor ontstaat schade aan de bochten en de liggende huisaansluiting. Smeer de rubberring in met glijmiddel.

Sluit tot slot de liggende buis aan op de flexibele mof. Let op: deze buis moet wel worden aangeschuind.